Grenzen stellen, toekomst bouwen

Duurzaam ontwerpen is voor ons geen keuze meer, maar noodzakelijk vanzelfsprekend. We bouwen aan leefomgevingen die kloppen voor vandaag én morgen. Daarbij zitten we vaak in een spagaat: hoe voldoen we aan ecologische grenzen én vullen we tegelijkertijd sociale behoeften zo goed mogelijk in? Ofwel, hoe bouwen we ecologisch verantwoord én sociaal rechtvaardig?

Die spanning voelen we dagelijks. De bewoner wil vooral comfort, een betaalbare woning en duidelijkheid over maandlasten. De corporatie kijkt naar wetgeving, energieprestaties, doelstellingen en investeringen. En de planeet? Die stelt haar eigen grenzen, of we dat nu willen of niet. Wij staan er tussenin. Niet als neutrale toeschouwer, maar als actieve verbinder.

We zoeken elke dag opnieuw naar manieren om die werelden te verenigen. Dat doen we met scherpe keuzes en slimme oplossingen. Dáár ligt onze rol als adviseur en ontwerper: werelden verbinden, belangen vertalen, grenzen scherpstellen. Juist onder die druk en in dat ongemak ontstaat ruimte voor vernieuwing.

Als je doet wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg.

Albert Einstein

wetenschapper

Donut voor duiding

De metaforische spagaat herkennen we in Kate Raworth’s donuteconomie. Een model dat duidelijk maakt waar de spanning zit én waar de ruimte ligt. Het laat zien dat we binnen twee grenzen moeten blijven. Planetaire grenzen vormen de buitenkant van de donut; denk aan CO₂-uitstoot, vervuilende materialen en aantasting van natuur en biodiversiteit. Het sociale fundament vormt de binnenkant, zoals toegang tot betaalbare woningen, gezondheid, inspraak en toegang tot een sociaal netwerk. Daartussen ligt de ruimte waar je wil bouwen. In dít speelveld gaan we het doen: bouwen binnen wat de aarde aankan, terwijl we ook sociale behoeften vervullen en mogelijkheden scheppen voor duurzaam gedrag. Een integrale opgave van het hele ontwikkelteam.

KAW donuteconomiemodel naar theorie van Kate Raworth

Van donut naar dagelijks doen

Om die ‘ruimte’ te definiëren, ontwikkelden we ons duurzaamheidskompas. Een waardevolle tool waarmee we rekenen, doelen scherp stellen, voortgang toetsen en bijsturen. Niets achteraf, maar in een continu proces. Koers houden dus. Dit doen we vanuit vier thema’s: energieneutraal wonen, CO₂-neutraal bouwen, natuurinclusieve buurten en het sociaal fundament. Elk thema heeft op zijn beurt een vijfstappenplan, waar in stap 1 de meeste impact te halen is. Hoe verder je de stappen doorloopt, hoe kleiner de impact wordt.  

Het kompas is een resultaat van onze interne ‘duurzame doorbraak’. Daarin ontwikkelden we samen met collega’s de kennis, aanpak, rekenmethodes en inzichten die we nu dagelijks inzetten.

KAW duurzaamheidskompas

Vroege keuzes, grote impact

Impact begint dus bij de kiloknallers: de eerste ontwerpkeuzes met het grootste effect. Denk aan renovatie versus sloop-nieuwbouw, vaak goed voor zo’n 50% CO₂-besparing. Of alternatieven voor betonvloeren, bijv. een kanaalplaatvloer is al minder vervuilend. We rekenen deze keuzes vroegtijdig en herhaaldelijk door, zodat we weten waar de kansen liggen en welke richtingen beter scoren. Niet om één ideale oplossing op te leggen, maar om opties inzichtelijk te maken. Zo kunnen we samen met de opdrachtgever en het bouwteam het gesprek voeren: wat willen we, en waar zijn we toe bereid?

Verder kijken dan de norm

Natuurlijk stelt de wet eisen aan energieverbruik en materiaalgebruik. Maar als we klimaatschade zoveel mogelijk willen beperken, moeten we verder kijken dan de norm. Daarom conformeren wij ons aan de Paris Proof-richtlijn, gebaseerd op het CO₂-budget dat wereldwijd nog beschikbaar is. In elk project rekenen we ​​aan CO₂-uitstoot en materiaalimpact, ook nemen we natuurwaarde in acht. We toetsen of we binnen Paris Proof blijven en leggen dat naast de wettelijke norm. Zo laten we zien waar de lat ligt, en waarom wij hoger mikken.

Dat maakt keuzes ook bespreekbaar. We tonen het effect van materiaalgebruik, gebouworiëntatie en groene oplossingen. Hoe zit het bijvoorbeeld met traditionele betonvloeren versus biobased alternatieven? Of met natuurinclusieve maatregelen? Wat betekent dat voor Paris Proof, wat kost het en wat levert het op? Zo wordt duurzaamheid iets waar je samen aan werkt. Op basis van inzicht, niet aannames. En we blijven het koppelen aan de relevante waarde voor bewoners.

Die spanning hebben we nodig. Vanuit die druk ontstaat vernieuwing.

Jackel Henstra

architect

Koppelkansen: meerwaarde vinden in spanning

Uiteindelijk is het niet een of/of-situatie. Belangen kunnen juist goed samengaan, of elkaar zelfs versterken. Een paar voorbeelden. Biobased isolatie slaat niet alleen CO₂ op, maar zorgt ook voor gezonder binnenklimaat. Natuurinclusieve buurten helpen tegen hittestress, bevorderen biodiversiteit én maken wijken leefbaarder. En nog een: installatie-arm bouwen verlaagt investeringskosten, drukt woonlasten en vermindert tegelijkertijd materiaalimpact.

Dit zijn geen toevalstreffers. We zoeken ze bewust op. Met dit artikel als aftrap, duiken we in een nieuwe blogreeks dieper in deze koppelkansen. Wat vragen ze van ontwerp en advies? En wat leveren ze op voor mens en natuur? Tipje van de sluier: het maakt het ontwerpproces niet makkelijker, maar wel betekenisvoller. En daar willen we naartoe.

Samen sturen op echte duurzaamheid

De donut is geen praatplaat, maar een manier van werken. Het helpt betere gesprekken te voeren, keuzes zichtbaar te maken en ambities om te zetten in actie. Wij kiezen daar bewust voor. Omdat het werkt. Omdat het nodig is. En omdat we geloven dat het anders kan – en moet.

Jackel Henstra KAW Eindhoven architect duurzaamheid

Door Jackel Henstra

Geplaatst op 27 mei 2025

Deel blog